Amsterdamse AI Agenda

De gemeente Amsterdam ziet kunstmatige intelligentie (AI) als een krachtige maar ingrijpende vorm van automatisering, die de manier waarop we werken, wonen en samenleven blijvend zal veranderen. In de Amsterdamse Visie op AI uit 2024 werd al gesteld dat technologie niet vanzelf neutraal is en daarom actief in lijn moet worden gebracht met publieke waarden zoals menselijkheid, betrouwbaarheid en toekomstbestendigheid (p.17-18, Visie). De stad wil dat AI mensen ondersteunt in plaats van vervangt. In 2025 is die visie uitgewerkt in de Amsterdamse AI Agenda 2025-2026, waarin de gemeente laat zien hoe ze dit in de praktijk brengt (p.3, Agenda). Volgens wethouder Alexander Scholtes vraagt de snelle opkomst van generatieve AI om “een aanpak in Amsterdam” waarbij leren door te doen centraal staat: experimenteren, reflecteren en bijsturen binnen een kort tijdsbestek van twee jaar, zodat het volgende college in 2026 met kennis van zaken keuzes kan maken (p.3-4, Agenda).

Van visie naar uitvoering: drie leidende principes

De Amsterdamse AI-Agenda is gestoeld op de drie uitgangspunten uit de visie van 2024: de mens centraal, betrouwbaarheid en toekomstbestendigheid (p.16-18, Visie). Deze principes bepalen hoe en waar de gemeente AI inzet, en vooral waar niet. Amsterdam ziet AI nadrukkelijk niet als bovenmenselijke intelligentie, maar als intensieve automatisering die grote hoeveelheden arbeid, data en energie vergt (p.19, Visie). Dat betekent dat elke toepassing kritisch wordt getoetst op maatschappelijke waarde, privacy, duurzaamheid en ethiek. In de Agenda wordt benadrukt dat AI slechts daar wordt ingezet waar de voordelen voor inwoners en medewerkers duidelijk opwegen tegen de risico’s. Zo wordt voorkomen dat de stad afhankelijk wordt van externe techbedrijven of ondoorzichtige algoritmen (p.4, Agenda). De Agenda is bewust beperkt tot de jaren 2025-2026, zodat beleid en uitvoering kunnen meegroeien met de technologische ontwikkelingen (p.3-4, Agenda).

Waardevolle toepassingen: dienstverlening, stad en organisatie

De gemeente richt haar inspanningen op drie gebieden waar AI direct maatschappelijke meerwaarde kan opleveren: interactie met de Amsterdammer, AI in de openbare ruimte en efficiënter werken binnen de organisatie (p.5, Agenda). In het eerste domein onderzoekt de stad hoe chatbots en slimme zoekfuncties burgers beter kunnen helpen bij vragen of procedures, zonder het persoonlijk contact te vervangen. Een voorbeeld is het project Taal voor allemaal, waarbij AI ambtenaren helpt teksten begrijpelijker te maken (niveau A2), terwijl de redacteur als expert-in-the-loop eindverantwoordelijk blijft (p.6, Agenda). Ook worden toepassingen getest voor automatische beantwoording van meldingen in de openbare ruimte – ruim 450.000 per jaar – zodat eenvoudige vragen sneller worden afgehandeld en medewerkers tijd overhouden voor complexe dossiers (p.7, Agenda). Tegelijk verkent de gemeente AI-ondersteuning voor consulenten in het sociaal domein, waarbij transcriptietools administratieve lasten verlichten zonder menselijke empathie te vervangen (p.8, Agenda).

AI in de openbare ruimte: zichtbare en onzichtbare innovatie

Een tweede focus ligt op de inzet van AI in de fysieke stad. Amsterdam gebruikt al beeldherkenning om objecten zoals vuilniszakken, bomen en lantaarnpalen automatisch te herkennen, zodat onderhoud eerder kan worden gepland (p.8, Agenda). Daarnaast ontwikkelde de gemeente Blurring as a Service – een eigen algoritme dat gezichten en kentekens in stadsbeelden automatisch anonimiseert om de privacy van inwoners te beschermen. Deze technologie wordt inmiddels gebruikt bij beelden van scanauto’s en wordt gedeeld met andere overheden (p.8, Agenda). Verder onderzoekt de stad hoe AI kan helpen bij stedelijke ontwikkeling, bijvoorbeeld door visualisaties te genereren of door planjuristen te ondersteunen bij het omzetten van honderden bestemmingsplannen naar één omgevingsplan (p.9, Agenda). Dit zijn toepassingen waarin de schaalvoordelen van automatisering duidelijk zichtbaar worden, maar waar de gemeente steeds het uitgangspunt “mens boven systeem” hanteert (p.17, Visie).

Efficiënter werken met behoud van menselijke maat

Binnen de gemeentelijke organisatie wordt geëxperimenteerd met toepassingen die het werk van ambtenaren ondersteunen, niet vervangen. ChatAmsterdam is een voorbeeld van verantwoord gebruik van generatieve AI: een interne chatbot, vergelijkbaar met ChatGPT, maar volledig lokaal gehost zodat gegevens niet worden gedeeld met externe partijen (p.9, Agenda). De tool helpt bij het schrijven van notulen, het samenvatten van documenten en het brainstormen over beleid. Daarnaast test de gemeente Retrieval Augmented Generation (RAG) – een methode waarmee taalmodellen antwoorden genereren op basis van interne bronnen, zoals beleidsnota’s of raadsbesluiten, in plaats van op publieke internetdata (p.10, Agenda). Deze aanpak versterkt de betrouwbaarheid en vermindert risico’s op foutieve of bevooroordeelde output. Door AI te gebruiken als “co-piloot” binnen veilige kaders, wil Amsterdam de productiviteit verhogen zonder de menselijke controle los te laten (p.17, Visie).

Een lerende organisatie: kennis, kaders en cultuur

De snelle digitalisering vraagt volgens de gemeente om structurele kennisopbouw en een cultuur van reflectie. Daarom wordt een tijdelijk Expertiseteam AI opgezet waarin experts op het gebied van compliance, data, ethiek en technologie samenwerken (p.14, Agenda). Dit team begeleidt experimenten, adviseert bij risicoanalyses en ontwikkelt prototypes binnen een gecontroleerde testomgeving: het Amsterdams AI-platform (p.15, Agenda). Parallel hieraan komt er een Plan van Aanpak AI-Geletterdheid voor medewerkers, met e-learnings, workshops en maatwerktrainingen over de juridische, ethische en technische aspecten van AI (p.15-16, Agenda). De kennis van ambtenaren moet meegroeien met de verplichtingen uit de Europese AI-verordening, die voorschrijft dat menselijk toezicht altijd aanwezig moet blijven bij beslissingen met juridische of maatschappelijke impact (p.15, Agenda). Op die manier bouwt de stad aan een toekomstbestendige organisatie die begrijpt wat AI is, hoe het werkt en wanneer het níet moet worden ingezet.

Verantwoorde kaders: wetgeving, duurzaamheid en autonomie

De Agenda onderstreept dat grip op AI begint bij naleving van wet- en regelgeving. Naast de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) en de Agenda Digitale Stad gelden de eisen uit de Europese AI-verordening, die werkt met risicoklassen voor AI-systemen (p.17, Agenda). Amsterdam ontwikkelde een eigen risicoclassificatietool om per toepassing te bepalen of deze onder de hoog-risicocategorie valt. De resultaten worden gepubliceerd in het landelijke Algoritmeregister (p.19, Agenda). Tegelijkertijd besteedt de gemeente aandacht aan duurzaamheid. Met de tool CodeCarbon wordt de energie- en CO₂-impact van taalmodellen berekend, om verantwoorde keuzes te maken bij het gebruik van generatieve AI (p.18, Agenda). Ook digitale onafhankelijkheid speelt een rol: Amsterdam wil minder afhankelijk zijn van Big Tech en onderzoekt offline AI-modellen die binnen de gemeentelijke infrastructuur draaien (p.18, Agenda). Door bewust te kiezen voor opensource-initiatieven en transparante leveranciers probeert de stad haar autonomie te versterken (p.18-19, Visie).

AI-geletterde samenleving: bewustwording en kansengelijkheid

De gemeente kijkt niet alleen naar interne kennis, maar ook naar de digitale weerbaarheid van haar inwoners. De AI Agenda wijst erop dat AI-gebruik de maatschappelijke kloof kan vergroten wanneer groepen onvoldoende toegang hebben tot kennis of technologie (p.11, Agenda). Daarom worden laagdrempelige cursussen aangeboden via gemeentelijke platforms, en wordt samengewerkt met organisaties als Cybersoek om Amsterdammers te leren omgaan met AI-toepassingen (p.12, Agenda). De focus ligt op kansengelijkheid en inclusie: van bewoners met een taalachterstand tot werknemers die AI nog niet in hun werk gebruiken. Door samen met kennisinstellingen en lokale partners leerprogramma’s te ontwikkelen, wil de gemeente voorkomen dat de voordelen van AI ongelijk verdeeld raken binnen de stad (p.11-12, Agenda). De dialogen die tijdens de totstandkoming van de Visie op AI zijn gevoerd, blijven bovendien doorgaan, zodat Amsterdammers actief kunnen meedenken over hoe technologie hun leefomgeving beïnvloedt (p.12, Agenda).

Leren door te doen: van experiment tot beleid

De Amsterdamse aanpak is pragmatisch: de stad leert door te experimenteren, te meten en te evalueren. Elke toepassing wordt vastgelegd in het AI-Agenda Portfolio, waarin de voortgang van projecten wordt bijgehouden en gedeeld via het publieke kennisplatform Open Research Amsterdam (p.19-20, Agenda). De opgedane kennis wordt vertaald naar scenario’s voor de periode 2027-2030, inclusief investeringsvoorstellen en ontwerpprincipes voor verantwoord gebruik (p.20-21, Agenda). De gemeente organiseert maandelijks sessies om trends te volgen, maatschappelijke impact te analyseren en lessen te trekken uit experimenten in de focusgebieden (p.20, Agenda). Zo ontstaat stap voor stap een lerende organisatie die zich kan aanpassen aan nieuwe technologische en wettelijke ontwikkelingen.

Een stad met menselijke regie over technologie

De Amsterdamse AI Agenda 2025-2026 maakt duidelijk dat Amsterdam niet bang is voor AI, maar ook niet naïef. De stad omarmt technologie als hulpmiddel voor maatschappelijke vooruitgang, maar weigert de controle uit handen te geven. Door een combinatie van ethische principes, concrete pilots, kennisopbouw en wettelijke kaders positioneert de hoofdstad zich als een voorloper in verantwoord overheidsgebruik van AI. Zoals in de Visie op AI al werd gesteld: de toekomst van de stad is onzeker, maar hoopvol – mits we zelf blijven bepalen hoe technologie ons leven vormgeeft (p.19, Visie). AI mag dan krachtig zijn, in Amsterdam blijft de mens aan het roer.

Volgende
Volgende

Trend: De opkomst van de agentic browser