Waarom medewerkers tóch AI gaan gebruiken (of ze het nou mogen of niet)
Steeds meer organisaties vragen zich af of ze AI moeten toelaten op de werkvloer. Maar een fundamentelere vraag dringt zich op: kun je het gebruik eigenlijk nog wel tegenhouden? Het eerlijke antwoord is nee – het gebruik van AI door werknemers is onvermijdelijk. Waarom dat zo is, wordt duidelijk wanneer je het benadert vanuit een gedragswetenschappelijk perspectief: medewerkers laten zich in hun handelen niet primair leiden door regels, maar door drijfveren.
Tijdens een recent webinar werd een vergelijking gemaakt met de introductie van de mobiele telefoon. In het begin zagen veel mensen er de noodzaak niet van in. Vandaag kunnen we ons het werk (en het leven) zonder nauwelijks meer voorstellen. Dezelfde ontwikkeling voltrekt zich nu met AI: technologie dringt de organisatie binnen, vaak via medewerkers zelf. Zelfs als er nog geen formeel beleid is, experimenteren zij al met tools als ChatGPT, Copilot of Gemini – vanuit nieuwsgierigheid, gemak of noodzaak.
Vanuit gedragswetenschappelijk perspectief zijn er vier factoren die dit verklaarbaar maken.
Allereerst is er de innovatiedrang. Mensen zijn van nature nieuwsgierig en willen vooruit. Zeker in kennisintensieve sectoren is de verleiding groot om een nieuwe technologie uit te proberen die het werk sneller of slimmer kan maken. AI belooft efficiëntie en innovatie – twee krachten die moeilijk te negeren zijn als je dagelijks met complexe informatie werkt.
Daarnaast speelt risicoperceptie een rol. Veel medewerkers onderschatten de mogelijke risico’s van AI-gebruik. Ze vertrouwen op hun gezond verstand, baseren zich op ervaringen ("het ging tot nu toe goed") of hebben simpelweg niet de juiste kennis om de gevolgen te overzien. Dit psychologische mechanisme – bekend als cognitieve dissonantie – zorgt ervoor dat mensen zichzelf overtuigen dat hun gedrag veilig of verantwoord is, ook als dat niet zo is.
Een derde kracht is de sociale bewijskracht. Mensen zijn kuddedieren. Als collega’s AI gebruiken, voelt dat als een impliciete goedkeuring. Het gebruik wordt daarmee genormaliseerd. Zelfs wie aanvankelijk terughoudend is, zal uiteindelijk mee willen doen – uit collegiale verbondenheid of angst om achter te blijven.
Tot slot is er het ontbreken van duidelijke richtlijnen. In de afwezigheid van beleid ontstaat ruimte voor eigen interpretatie. Medewerkers gaan dan op zoek naar ‘olifantenpaadjes’ – alternatieve routes om tóch met AI te werken, vaak op manieren die buiten het zicht van de organisatie vallen. Juist dat gebrek aan structuur en sturing vergroot het risico op onbedoelde fouten of datalekken.
De boodschap is helder: AI-gebruik door medewerkers is geen toekomstscenario, maar een realiteit. De vraag is niet óf je organisatie ermee aan de slag moet, maar hoe je dat op een veilige, bewuste en strategische manier doet. Beleid, communicatie en training vormen daarbij de sleutel.
Bij The Innovative Lawyer begeleiden we organisaties die die stap willen zetten. We combineren juridische expertise met gedragskennis en technologische inzichten. Want als we willen dat AI verantwoord wordt ingezet, moeten we niet alleen regels opstellen – we moeten ook begrijpen waarom mensen doen wat ze doen.
Ben jij benieuwd hoe wij jouw organisatie kunnen helpen? Neem vrijblijvend contact met ons op.