AI bij de overheid: veel pilots, weinig opschaling
Virtuele loketassistenten, interne chatbots en voorspellende dashboards – wie naar gemeenten kijkt, ziet dat kunstmatige intelligentie (AI) al volop waarde oplevert. Toch blijft het merendeel van deze oplossingen steken in de pioniershoek: ze floreren binnen één organisatie, maar vinden zelden hun weg naar andere overheden. Waarom lukt structurele opschaling niet, en wat is er nodig om daar wél te komen?
266 toepassingen, maar de rem staat erop
Uit cijfers van het ministerie van BZK blijkt dat eind 2024 al 266 AI-toepassingen in productie waren bij gemeenten en andere overheidslagen, tegenover slechts 75 in 2019. De groei is indrukwekkend, maar delen en hergebruiken gaat moeizaam. Elke organisatie ontwikkelt voor eigen gebruik, waardoor oplossingen versnipperen en potentieel verloren gaat. Koudwatervrees over ethische risico’s en data-kwaliteit belemmert bovendien het vertrouwen om andermans applicatie over te nemen. Gemeente.nu
Platform AI & Overheid: van versnippering naar community
Om die fragmentatie aan te pakken lanceerde BZK in juli 2025 het Platform AI & Overheid. Het platform fungeert als marktplaats en kwaliteitsloket in één:
Kennisdelen – praktijksuccessen zichtbaar maken en herbruikbare code of dataschema’s ontsluiten.
Kwaliteitschecks – een gestandaardiseerd due-diligence-format laat zien hoe een AI-model scoort op ethiek, databronnen en gebruikersvriendelijkheid.
Met zo’n transparant profiel moeten overheden sneller durven kiezen voor bestaande oplossingen in plaats van opnieuw het wiel uit te vinden.
Verantwoord gebruik begint bij AI-geletterde ambtenaren
Techniek alleen volstaat niet. De AI-verordening en de Handreiking Generatieve AI vereisen dat ambtenaren snappen hoe een model werkt en welke risico’s (bias, privacyschending, over-reliance) erbij horen. Zonder dat basisbegrip blijft elk opschalingsgesprek hangen in abstracte zorgen. Structurele scholing – van e-learning tot praktijklabs – is daarom een randvoorwaarde voor duurzame adoptie.
Soevereine AI: weg van Big Tech, maar hoe?
In de Digitaliseringsstrategie zet het Rijk in op een gedeelde, Europese AI-infrastructuur: open-source modellen die onder Nederlands of Europees toezicht draaien. Daarmee wil men minder afhankelijk zijn van commerciële reuzen als Microsoft of OpenAI. De praktijk is weerbarstig; veel gemeenten draaien al op Microsoft Copilot. Toch ontstaan alternatieven: gemeente Montferland test bijvoorbeeld GovGPT, een lokaal gehoste chatbot die voldoet aan Nederlandse privacy-eisen. Zulke pilots tonen dat soevereiniteit haalbaar is, mits overheid en leveranciers samen investeren in open stacks en gezamenlijke inkoop.
Van pionieren naar structureren: vier actiepunten
Maak inventarisatie openbaar
Publiceer per AI-toepassing een korte factsheet (doel, databron, ethische check, beheerpartij). Dat schept vertrouwen en versnelt hergebruik.Standaardiseer due-diligence
Hanteer één format voor ethiek-, data- en security-assessments, zodat afnemers niet telkens zelf het wiel hoeven uit te vinden.Bouw een gedeelde sandbox
Ontwikkel een Rijks-brede testomgeving waar overheden nieuwe AI-modellen veilig kunnen uitproberen op synthetische of geanonimiseerde data.Investeer in AI-vaardigheden
Verplicht basistrainingen in algoritmische bias, prompt-engineering en dataethiek voor alle beleids- en uitvoeringsmedewerkers die met AI gaan werken.
Conclusie: tijd om op te schalen
De publieke sector heeft bewezen dat AI waarde kan toevoegen; de teller van 266 toepassingen laat dat zien. Nu is het zaak om de pioniersfase te ontstijgen. Met een centraal platform, heldere kwaliteitskaders en een gedeelde infrastructuur kan AI van losse experimenten uitgroeien tot een robuust onderdeel van publieke dienstverlening. De vraag is niet óf dat moet gebeuren, maar hoe snel we de sprong durven maken.