Staat de AI-bubbel op knappen?

De discussie of we ons in een AI-bubbel bevinden, duikt met regelmaat op. Eind augustus 2025 laaide het debat opnieuw op na twee opvallende gebeurtenissen: een rapport van het MIT waarin wordt gesteld dat 95 procent van alle AI-projecten faalt, en een uitspraak van Sam Altman, CEO van OpenAI, dat de AI-bubbel “wel eens op knappen kan staan”. De beurs reageerde direct: rode cijfers bij grote techbedrijven en halfgeleiderproducenten zoals Nvidia. Maar hoe terecht is die paniek? En staat de AI-bubbel werkelijk op springen?

Eerdere waarschuwingen voor een bubbel

Het is niet de eerste keer dat de term “AI-bubbel” valt. Begin 2025 waren er al tekenen van afkoeling. Twee gebeurtenissen sprongen destijds in het oog:

  1. De scaling law op losse schroeven
    Lange tijd werd aangenomen dat meer rekenkracht automatisch leidt tot krachtigere AI-modellen. Onderzoekers ontdekten echter dat de schaalbaarheid grenzen kent: de prestaties namen niet meer lineair toe, terwijl de kosten exponentieel stegen. Dit ondermijnde de businesscase van miljardeninvesteringen in steeds grotere modellen.

  2. De opkomst van DeepSeek
    Het Chinese open-sourceproject DeepSeek liet zien dat open-source LLM’s minstens zo krachtig kunnen zijn als de commerciële modellen van Silicon Valley. Daarmee dreigde het verdienmodel van de grote Amerikaanse spelers, dat gebaseerd is op dure abonnementen en API-toegang, in te storten als een kaartenhuis.

De reactie van de markt was destijds duidelijk: koersdalingen en speculatie over een naderende AI-crash. Het beeld dat generatieve AI een gegarandeerde groeimachine zou zijn, kreeg een deuk.

Het MIT-rapport: 95% faalt, maar waarom?

Het recente MIT-rapport stelt dat 95 procent van de AI-projecten faalt. Op het eerste gezicht klinkt dat als een doodvonnis voor de AI-industrie. Maar wie beter leest, ziet dat dit cijfer niet zozeer gaat over de technologie zelf, maar over de implementatie door organisaties.

Veel bedrijven hebben onvoldoende inzicht in waar en hoe AI waarde toevoegt. Ze gebruiken verkeerde tools of zetten AI in zonder duidelijke strategie. Het resultaat: projecten die niet opschalen, geen rendement opleveren of verzanden in proof-of-concepts.

Met andere woorden: het probleem is niet dat AI niet werkt, maar dat organisaties AI nog niet op de juiste manier inzetten. Een treffende vergelijking: je kunt een spijker proberen in te slaan met een schroevendraaier, maar het levert weinig succes op.

Sam Altman: bubbel of strategische framing?

Sam Altman, CEO van OpenAI, voegde brandstof toe aan het debat door te zeggen dat AI “zeker in een bubbel” zit en dat hij “medelijden heeft met investeerders”. Op het eerste gezicht lijkt dit een eerlijke waarschuwing. Maar er zit ook een strategische laag achter.

Altman heeft eerder laten zien dat hij uitspraken gebruikt om de markt en regelgeving te beïnvloeden. Tijdens discussies over AI-regulering stuurde hij aan op zware compliance-eisen, die vooral grote partijen als OpenAI konden dragen, terwijl kleinere spelers buitenspel zouden worden gezet. Minder concurrentie betekent immers een sterkere positie voor OpenAI.

Door nu te spreken over een bubbel suggereert Altman dat investeringen in kleinere AI-bedrijven riskant zijn. Impliciet positioneert hij OpenAI als de “veilige haven” in een markt die mogelijk door elkaar wordt geschud. Voor investeerders kan dat een reden zijn om hun geld juist bij grote spelers te parkeren.

Is de AI-bubbel echt levensvatbaar?

De vraag blijft: staat de AI-bubbel werkelijk op knappen? Vooralsnog lijken de marktreacties beperkt. Er is sprake van koersdalingen en correcties, maar niet van een massale uitstroom uit AI-gerelateerde aandelen.

Belangrijk is het onderscheid tussen:

  • Hype en speculatie: zoals investeringen in kleine startups zonder duidelijk verdienmodel. Deze zijn inderdaad kwetsbaar en kunnen omvallen bij een correctie.

  • Structurele waarde: AI is al diep verankerd in bedrijfsprocessen, consumententoepassingen en publieke sectoren. Van juridische documentanalyse tot medische diagnostiek: toepassingen die nu al waarde toevoegen, verdwijnen niet van de ene op de andere dag.

Een complete implosie van de AI-sector is daarom onwaarschijnlijk. Eerder zal sprake zijn van herstructurering waarbij veel kleinere spelers verdwijnen, terwijl enkele grote partijen en open-source initiatieven dominanter worden.

Juridische en Europese context

Voor de juridische praktijk en Europese context zijn er belangrijke observaties:

  • EU AI Act
    Terwijl in de VS marktmechanismen de boventoon voeren, is in Europa regulering via de AI Act in volle gang. Dit kan leiden tot strengere eisen voor transparantie en compliance, maar ook tot meer vertrouwen bij investeerders.

  • Zorgplicht bij implementatie
    Bedrijven die AI-projecten starten, moeten zorgvuldiger onderbouwen hoe AI wordt ingezet en welke juridische risico’s (zoals AVG-conformiteit en ethische aspecten) zijn afgedekt.

  • Contracten en investeringsbeslissingen
    Advocaten en adviseurs zullen vaker gevraagd worden due diligence te doen op AI-projecten: is het verdienmodel houdbaar? Hoe robuust is de technologie? Is de afhankelijkheid van één leverancier acceptabel?

Afsluiting: correctie of crash?

De huidige signalen wijzen niet op een volledige crash van de AI-markt, maar eerder op een fase van kritische herwaardering. Veel projecten zullen stranden, vooral door slechte implementatie en gebrekkige strategie. Kleine spelers zonder duidelijke meerwaarde lopen het meeste risico.

Dat er wordt gesproken over een bubbel is op zichzelf gezond: het dwingt investeerders, bedrijven en beleidsmakers om realistischer te kijken naar de mogelijkheden én beperkingen van AI. Een gezonde correctie kan de sector juist sterker en duurzamer maken.

Vorige
Vorige

AI en fraude in het onderwijs: UvA-rechtenstudent loopt stuk bij Raad van State

Volgende
Volgende

PromptLock: eerste door AI aangestuurde ransomware