AI is er om herhaling te voorkomen – en dat is precies wat juristen nodig hebben

In het tijdperk van kunstmatige intelligentie is er één mantra dat steeds krachtiger weerklinkt: "Don’t repeat yourself." Wat ooit begon als een ontwikkelaarsfilosofie – bedoeld om overbodige code te vermijden – is inmiddels uitgegroeid tot een bredere visie op hoe we ons werk organiseren. Juristen kunnen er niet omheen: in het werk zit vrij veel herhaling. Voor zij die dit herkennen biedt AI niet zozeer een bedreiging, maar een bevrijding. Het stelt ons in staat de sleur los te laten en ons te richten op waar we als juristen werkelijk van waarde zijn: het maken van afwegingen, het aanbrengen van nuance en het leveren van strategisch advies.

De juridische praktijk: veel meer herhaling dan we willen toegeven

De juridische wereld staat bekend om haar intellectuele complexiteit, scherpe argumentatie en diepgaande analyses. Maar laten we eerlijk zijn: een aanzienlijk deel van ons werk bestaat uit herhaling. Hiermee bedoelen we dat dezelfde soort taken steeds weer terugkeert. Denk aan het beantwoorden van steeds (ongeveer) dezelfde vragen van cliënten (maar dan net anders), het opstellen van bepaalde clausules in contracten, het motiveren van bezwaarschriften of het herhaaldelijk uitleggen van juridische procedures aan collega’s of cliënten.

Deze herhaling is niet triviaal – ze is noodzakelijk. Het vraagt tijd, aandacht en mentale energie, en laat daardoor minder ruimte voor creatief en strategisch denken.

AI als spiegel: het zichtbare maken van herhaling

Wat AI – en dan met name taalmodellen – zo krachtig maakt, is dat ze ons confronteren met hoe vaak we onszelf herhalen. Niet omdat ze daar op uit zijn, maar omdat het hun specialiteit is. AI blinkt uit in het herkennen, structureren en reproduceren van patronen. En als je een taalmodel hulp vraagt bij jouw dagelijkse werkzaamheden, zoals contracten op te stellen of documenten te reviewen, merk je plots hoe vaak die taken op elkaar lijken.

In die zin zijn taalmodellen een spiegel. Ze leggen bloot hoeveel van ons werk routinematig is – iets wat we wellicht liever niet toegeven, omdat het haaks lijkt te staan op het zelfbeeld van de jurist als creatieve probleemoplosser. Maar juist in het erkennen van die herhaling ligt de sleutel tot vooruitgang.

Niet vervangen, maar ondersteunen

Er leeft bij veel juristen een terughoudendheid ten opzichte van AI. Begrijpelijk: het is technologie die ons werk raakt in de kern. Maar het is belangrijk om te beseffen dat AI – in zijn huidige vorm – géén generalistische intelligentie bezit. Het lost geen volledig nieuwe problemen op, leert niet uit ervaring zoals wij dat doen, en kent geen begrip van recht, moraliteit of context. Wat AI wél kan, is uitmuntend omgaan met wat eerder al is gedaan.

Daarmee is het niet de vervanger van de jurist, maar een krachtige assistent. Een assistent die je nooit moe wordt van het herhalen van standaardantwoorden, die geen lunchpauze nodig heeft om de tiende geheimhoudingsverklaring van de dag te redigeren, en die in milliseconden jurisprudentie samenvat over een onderwerp dat je al tientallen keren hebt uitgelegd.

De juridische “allocation economy”

Als AI de repetitieve elementen van het juridische werk overneemt, verandert onze rol. Niet langer zijn wij primair uitvoerders van juridisch werk, maar worden we regisseurs van juridische besluitvorming. De vraag is dan niet: “Hoe stel ik dit contract op?”, maar: “Welke elementen moeten in dit specifieke contract worden uitgelicht gezien de context, het doel en het risicoprofiel?”

In deze zogenoemde allocation economy draait het om het strategisch inzetten van middelen – waaronder AI – om het meeste uit je tijd, kennis en kunde te halen. Voor juristen betekent dit: minder tijd kwijt zijn aan herhaling, meer tijd voor afwegingen, duiding en maatwerk.

Concreet: hoe AI repetitief juridisch werk kan verlichten

De toepassingen zijn inmiddels tastbaar en talrijk. Enkele voorbeelden uit de juridische praktijk:

  • Contractanalyse: AI kan standaardcontracten scannen en afwijkingen of ontbrekende clausules signaleren, waardoor de jurist zich kan richten op interpretatie en onderhandeling.

  • Cliëntcommunicatie: AI kan antwoorden op e-mails prepareren op basis van eerdere antwoorden gegeven aan andere cliënten.

  • Kennismanagement: Taalmodellen of andere AI tools kunnen helpen bij het structureren van interne memo’s, het samenvatten van nieuwe rechtspraak en het creëren van templates.

  • Compliance-processen: AI kan standaarddocumentatie genereren voor AVG-verzoeken, risicobeoordelingen en contractuele verplichtingen.

In al deze gevallen geldt: AI doet het repetitieve werk – de jurist bepaalt wat er écht toe doet.

De waarde van de menselijke touch

Juist in deze context wordt de toegevoegde waarde van de jurist zichtbaarder. Waar AI reproduceert, interpreteren wij. Waar AI herhaalt, wegen wij af. En waar AI structureert, brengen wij nuance aan. In een wereld waar herhaling wordt geautomatiseerd, stijgt de waarde van originaliteit, ethiek en beoordelingsvermogen.

Het is een bevrijding, geen bedreiging. De jurist die AI als verlengstuk ziet van zijn of haar expertise, kan zich richten op die zaken waarin het recht werkelijk leeft: het begrijpen van belangen, het oplossen van conflicten, het vormgeven van rechtsstatelijke kaders.

Slotgedachte: herhaling is een signaal

Voor juristen die zich afvragen hoe AI hun werk gaat veranderen, is er een eenvoudige oefening: let een maand lang op alle taken die zich herhalen. Elk antwoord dat je voor de derde keer geeft, elke uitleg die je opnieuw formuleert, elke tekst die je kopieert van een eerder bestand, is een signaal. Een signaal dat daar mogelijk een rol voor AI ligt.

Door herhaling serieus te nemen als symptoom van een efficiëntieprobleem, kunnen we AI inzetten als een bondgenoot in het juridische werk. Niet om de essentie van het recht te vervangen, maar om ruimte te maken voor waar het recht echt om draait: menselijke maat, redelijkheid en rechtvaardigheid.

AI is er om herhaling te voorkomen. Laten we dat beschouwen als een kans – niet als een verlies.

Vorige
Vorige

AI‑fobie: waarom we gemak nog steeds verwarren met valsspelen

Volgende
Volgende

Waarom menselijke controle over AI geen garantie biedt tegen discriminatie