De Belgische fiscus zet AI in voor belastingcontrole
De Federale Overheidsdienst (FOD) Financiën in België heeft begin september 2025 bevestigd dat er een proefproject wordt gestart met het gebruik van artificiële intelligentie (AI) bij de controle van belastingaangiftes. Het nieuws werd gemeld door HLN en is bevestigd door woordvoerders van de fiscus. Het doel van dit project is om fouten in belastingaangiftes sneller en efficiënter te kunnen detecteren. Daarbij gaat het zowel om eenvoudige vergissingen als om signalen die kunnen wijzen op mogelijke fraude. De inzet van AI past in de bredere digitaliseringsagenda van de Belgische overheid.
Het proefproject heeft nadrukkelijk het karakter van een testfase. Dat betekent dat de resultaten niet direct leiden tot een grootschalige uitrol, maar dat er eerst wordt onderzocht hoe effectief en foutloos de technologie in de praktijk werkt. De fiscus heeft aangegeven dat de AI-toepassing voorlopig slechts bij een beperkt aantal aangiftes wordt ingezet. De uitkomsten zullen worden gebruikt om te bepalen of bredere toepassing haalbaar en wenselijk is binnen de bestaande juridische kaders.
De Belgische belastingdienst maakt al langer gebruik van digitale middelen voor de analyse van gegevens, maar het gebruik van geavanceerde AI-modellen is nieuw. Tot nu toe gebeurde risicoselectie voornamelijk met datamining en eenvoudige algoritmes. Het huidige proefproject markeert de eerste stap waarbij een vorm van AI wordt ingezet die complexere patronen kan herkennen. Daarmee sluit België aan bij internationale ontwikkelingen waarin belastingdiensten steeds vaker experimenteren met geautomatiseerde analysetools.
Selectieve toepassing van AI
De FOD Financiën heeft duidelijk gesteld dat AI niet automatisch op alle belastingaangiftes zal worden toegepast. Het gaat om een selectieve inzet die specifiek wordt afgestemd op situaties waarin de kans op fouten of onregelmatigheden groter wordt geacht. Voor de keuze van deze dossiers wordt een gespecialiseerd team ingezet dat bepaalt waar AI-technieken het meest nuttig kunnen zijn. Deze benadering moet ervoor zorgen dat de inzet van AI doelgericht blijft en dat de capaciteit van inspecteurs efficiënt wordt benut.
De selectieve toepassing betekent ook dat menselijke controle in het proces behouden blijft. De AI-systemen worden gebruikt om mogelijke afwijkingen te signaleren, waarna inspecteurs de uiteindelijke beoordeling maken. Dit voorkomt dat geautomatiseerde analyses zonder meer leiden tot juridische consequenties voor belastingplichtigen. De fiscus benadrukt dat de eindverantwoordelijkheid bij de menselijke belastinginspecteur blijft liggen, ook wanneer AI een rol speelt in de risicoselectie.
Een belangrijke reden voor deze beperkte toepassing is dat de technologie nog onvoldoende is getest in een fiscale context. Door eerst met een klein aantal aangiftes te werken, kan worden vastgesteld in hoeverre de AI in staat is om juiste conclusies te trekken. Eventuele fouten in het systeem kunnen zo tijdig worden ontdekt en gecorrigeerd voordat er sprake is van bredere implementatie. Op deze manier wil de fiscus voorkomen dat burgers of bedrijven worden geconfronteerd met onjuiste beoordelingen op basis van AI.
Doelstellingen van de fiscus
De belangrijkste doelstelling van de Belgische fiscus bij de inzet van AI is het verhogen van de efficiëntie. Belastingaangiftes worden jaarlijks in grote aantallen ingediend en de controle hiervan vergt veel capaciteit. Door AI in te zetten om patronen en afwijkingen te herkennen, kunnen belastinginspecteurs sneller worden gewezen op dossiers die aandacht vragen. Hierdoor kan de beschikbare capaciteit gerichter worden ingezet.
Een tweede doelstelling is het verbeteren van de nauwkeurigheid van controles. Traditionele methoden van risicoselectie zijn vaak gebaseerd op vaste criteria of steekproeven. AI maakt het mogelijk om complexere verbanden te analyseren en signalen te herkennen die met conventionele methoden moeilijk zichtbaar zijn. Dit kan bijdragen aan een beter inzicht in potentiële fouten of risico’s binnen belastingaangiftes.
Daarnaast wil de fiscus met dit proefproject ervaring opdoen met de toepassing van nieuwe technologie. Het project wordt gebruikt om praktische vragen te beantwoorden, zoals: hoe betrouwbaar is de technologie, welke datasets zijn geschikt voor analyse, en op welke manier kan AI worden geïntegreerd in bestaande werkprocessen? De antwoorden op deze vragen zijn noodzakelijk om te kunnen bepalen of een bredere toepassing van AI op termijn juridisch en technisch haalbaar is.
Gevolgen voor belastingplichtigen
De inzet van AI kan gevolgen hebben voor burgers en bedrijven die aangiftes indienen. Een belangrijk juridisch uitgangspunt in België is het “recht op fiscale fouten”. Dit houdt in dat belastingplichtigen die te goeder trouw een fout maken in hun aangifte, niet automatisch een boete krijgen opgelegd. Dit principe blijft ook bij de inzet van AI onverkort gelden. Het proefproject verandert niets aan deze wettelijke bepaling.
Hoewel AI mogelijk meer fouten kan signaleren, is de juridische status van deze signalen beperkt zolang er geen menselijke bevestiging plaatsvindt. Burgers blijven dus recht hebben op correctie van hun aangifte wanneer een fout onbedoeld is gemaakt. Het is aan de inspecteur om te bepalen of er sprake is van te goeder trouw handelen. Dit waarborgt dat de inzet van AI niet leidt tot automatische sancties zonder menselijke tussenkomst.
Het is nog niet duidelijk in welke mate de inzet van AI daadwerkelijk zal leiden tot meer correcties of boetes. Het proefproject is juist bedoeld om te onderzoeken welke impact de technologie heeft op de praktijk. Pas na afloop van deze testfase kan een inschatting worden gemaakt van de feitelijke gevolgen voor belastingplichtigen. Tot die tijd blijven de bestaande procedures en waarborgen ongewijzigd van kracht.
Impact op accountants en adviseurs
De toepassing van AI bij belastingcontroles kan ook gevolgen hebben voor accountants en belastingadviseurs. Hun aangiftes worden in potentie intensiever gecontroleerd doordat AI sneller inconsistenties of afwijkingen kan signaleren. Dit betekent dat fouten die eerder mogelijk onopgemerkt bleven, nu sneller aan het licht kunnen komen. Voor de beroepsgroep kan dit leiden tot een hogere druk op de kwaliteit van het werk.
Tegelijkertijd blijft de beoordeling uiteindelijk in handen van menselijke inspecteurs. Dat houdt in dat de professionele rol van accountants en adviseurs onveranderd belangrijk blijft. Zij blijven verantwoordelijk voor het correct opstellen van aangiftes en voor het toelichten van keuzes of berekeningen wanneer daar vragen over ontstaan. AI verandert dus niets aan hun juridische verantwoordelijkheid, maar kan wel de kans vergroten dat fouten worden ontdekt.
Het proefproject kan voor de beroepsgroep ook duidelijk maken welke soorten fouten door AI gemakkelijker worden opgespoord. Dit kan leiden tot aanpassingen in de manier waarop aangiftes worden voorbereid en gecontroleerd. De uitkomsten van het project zijn daarmee niet alleen relevant voor de fiscus, maar ook voor de praktijk van accountants en adviseurs die zich willen voorbereiden op toekomstige vormen van fiscale controle.
Juridische kaders: GDPR en AI Act
Het gebruik van AI door de Belgische fiscus moet passen binnen de bestaande juridische kaders. Een belangrijk uitgangspunt is de naleving van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (GDPR). Omdat AI-systemen persoonsgegevens verwerken, moeten de principes van rechtmatigheid, proportionaliteit en transparantie worden gewaarborgd. Dit betekent onder meer dat burgers recht hebben op inzage in de manier waarop hun gegevens worden verwerkt.
Daarnaast is op 1 augustus 2025 de AI Act van de Europese Unie in werking getreden. Deze verordening bevat specifieke regels voor hoog-risico AI-toepassingen. Toepassingen binnen de publieke sector, en in het bijzonder bij belastingcontrole, vallen waarschijnlijk onder deze categorie. Dit brengt verplichtingen met zich mee, zoals het uitvoeren van risicobeoordelingen, het inbouwen van menselijke toezichtmechanismen en het documenteren van de werking van de algoritmes.
België heeft op dit moment geen aparte nationale wetgeving die de inzet van AI door de fiscus reguleert. Dat betekent dat het proefproject moet worden uitgevoerd binnen de grenzen van de bestaande Europese en nationale regelgeving. Naast de GDPR en de AI Act spelen ook regels rond openbaarheid van bestuur een rol. Deze verplichten de overheid om transparant te zijn over het gebruik van algoritmen en de gevolgen daarvan voor burgers.
Grenzen van de technologie
AI-systemen zijn in de praktijk niet foutloos. Het is mogelijk dat algoritmes verkeerde aannames doen of fouten maken bij de interpretatie van data. Daarom is het van belang dat de resultaten van AI altijd door menselijke inspecteurs worden gecontroleerd. Het proefproject is bedoeld om inzicht te krijgen in de mate waarin AI betrouwbaar is en hoe vaak er sprake is van foutieve signaleringen.
Een andere beperking is dat AI afhankelijk is van de kwaliteit van de ingevoerde data. Wanneer de onderliggende gegevens fouten bevatten, kan dit leiden tot verkeerde conclusies. Dit geldt zowel voor administratieve data van belastingplichtigen als voor externe gegevens die in de analyse worden betrokken. De fiscus zal tijdens het proefproject moeten nagaan in hoeverre de data geschikt is voor gebruik in AI-systemen.
Ten slotte zijn er technische uitdagingen bij de integratie van AI in bestaande werkprocessen. De fiscale administratie werkt al met omvangrijke IT-systemen, en de invoering van nieuwe technologie moet zorgvuldig gebeuren om compatibiliteitsproblemen te voorkomen. Ook dit aspect wordt tijdens de testfase onderzocht. Het doel is om praktische lessen te trekken voordat een bredere uitrol plaatsvindt.
Europese en internationale context
België staat niet alleen in de inzet van AI binnen de fiscale sector. Verschillende Europese landen experimenteren al met algoritmes voor risicoselectie en datamining. In Nederland worden algoritmes gebruikt bij de Belastingdienst om dossiers te selecteren voor nadere controle, al heeft dit in het verleden geleid tot discussies over transparantie en mogelijke discriminatie. Ook in landen als Frankrijk en Zweden wordt gewerkt aan digitale oplossingen om de efficiëntie van belastingcontroles te vergroten.
De Europese Commissie ondersteunt de inzet van digitale technologie in de publieke sector, mits dit gebeurt binnen de grenzen van de geldende wetgeving. De AI Act biedt daarvoor een uniform kader. Dit kader is bedoeld om ervoor te zorgen dat AI-toepassingen veilig en transparant zijn en dat fundamentele rechten worden beschermd. Het Belgische proefproject moet dus worden gezien in de bredere context van Europese harmonisatie.
Daarnaast zijn er internationale organisaties, zoals de OESO, die de toepassing van AI in belastingheffing en -controle volgen. Zij benadrukken dat AI kan bijdragen aan betere handhaving, maar ook dat de technologie zorgvuldig moet worden ingebed in bestaande juridische en administratieve structuren. Het Belgische initiatief sluit aan bij deze internationale ontwikkelingen en zal naar verwachting deel uitmaken van de bredere discussie over AI in de fiscaliteit.