Nederlandse Digitaliseringsstrategie naar de Tweede Kamer gestuurd
De Nederlandse Digitaliseringsstrategie (NDS) van juni 2025 markeert een omslagpunt in het digitale overheidsbeleid. Voor het eerst werken Rijk, provincies, gemeenten, waterschappen en publieke dienstverleners samen als één overheid aan digitale prioriteiten. De strategie is gericht op versnelling, samenwerking en centrale regie. Voor juridische professionals binnen de publieke sector heeft dit verstrekkende gevolgen.
Eén digitale overheid: het nieuwe uitgangspunt
De strategie stelt dat de klassieke verkokering tussen overheidslagen moet worden doorbroken. Overheidsorganisaties gaan voortaan onder één kader opereren: het digitale huis van Thorbecke. Dit betekent dat afzonderlijke beleidsdocumenten per bestuurslaag plaatsmaken voor gezamenlijke doelen en afspraken. Juridische implicatie hiervan is dat er meer interbestuurlijke afstemming komt over wetstoepassing, gegevensdeling en beleidsimplementatie.
De NDS beoogt centrale afspraken met decentrale uitvoering, volgens het principe “centraal afspreken, federatief inrichten”. Dat betekent dat juridische kaders, zoals standaardbepalingen voor gegevensuitwisseling of cloudgebruik, overheidsbreed worden vastgesteld. Juristen binnen overheidsorganisaties moeten deze kaders vertalen naar eigen werkprocessen. Daarbij is het essentieel dat juridische professionals zich bewust zijn van de geldende centrale standaarden en hun verplicht karakter.
De strategie benoemt ook een einde aan vrijblijvendheid: standaarden en collectieve bouwstenen worden verplicht gesteld. Dit geldt ook wanneer deze voortkomen uit Europese wetgeving. Voor juristen betekent dit dat implementatie van standaarden niet langer facultatief is, maar een bindende verplichting vormt. Er komt toezicht op implementatie, inclusief ondersteuning en handhaving vanuit het Rijk.
AI onder centrale regie: juridische gevolgen van prioriteit 3
Een van de zes prioriteiten in de NDS betreft het verantwoord benutten van kunstmatige intelligentie (AI). AI wordt ingezet om maatschappelijke problemen op te lossen en om publieke dienstverlening te verbeteren. De strategie noemt expliciet dat dit gebeurt onder één leidende aanpak. Deze aanpak omvat het opschalen van succesvolle toepassingen, het wegnemen van belemmeringen voor innovatie, en het vaststellen van overheidsbrede normen.
De strategie voorziet in het realiseren van een hoogwaardige AI-infrastructuur, bestaande uit hoogwaardige data, open taalmodellen (bij voorkeur uit Nederland of de EU), voldoende rekenkracht en de beschikbaarheid van talent. Juridisch gezien roept dit vragen op over eigenaarschap, verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid bij het gebruik van dergelijke infrastructuren. Daarnaast benoemt de NDS het opstellen van gezamenlijke normen en een algoritmekader als instrumenten voor juridische toetsing van AI-gebruik.
De NDS signaleert knelpunten in wet- en regelgeving die de inzet van AI momenteel belemmeren. Er is geen uniforme overheidsaanpak voor de toetsing en inkoop van AI, en er ontbreken duidelijke kaders voor toepassing. De strategie noemt het opstellen van een handreiking en toetsingskader als concrete interventie. Juristen zullen betrokken zijn bij de ontwikkeling en toepassing van deze kaders, onder meer voor de naleving van transparantie- en verantwoordingsvereisten.
Digitaal vakmanschap: implicaties voor juridische professionals
De zesde prioriteit in de NDS is het versterken van digitaal vakmanschap en het inrichten van een moderne werkomgeving. De overheid transformeert naar datagedreven werken, en daar moeten ambtenaren – inclusief juristen – op zijn toegerust. De strategie stelt dat overheidsorganisaties een personeelsstrategie voor digitalisering opstellen. Deze bepaalt welke kennis in huis moet zijn, welke extern moet worden ingekocht, en hoe opleiding en werving worden ingericht.
De NDS beoogt regie op digitaliseringskennis en inzet van centrale professional pools. Dit houdt in dat juridische afdelingen meer structureel toegang moeten krijgen tot kennis over digitalisering en AI. Juridisch werk vereist daarnaast inzicht in de technische infrastructuur, zoals data-architecturen en AI-systemen. Juristen zullen zich moeten verdiepen in de juridische aspecten van digitale processen, bijvoorbeeld bij toezicht op algoritmen of bij de toepassing van digitale standaarden.
Ook de digitale werkomgeving zelf krijgt aandacht: juristen moeten beschikken over passende digitale middelen. Deze werkomgeving moet aansluiten bij hun taken en verantwoordelijkheden. Dit betekent onder meer dat juridische professionals toegang moeten hebben tot tooling die conform de geldende normen werkt. Denk aan software die AI-besluiten traceerbaar maakt of die contractanalyses uitvoert op basis van geverifieerde gegevens.
Verantwoord datagebruik: juridische rol bij prioriteit 2
De strategie benoemt dat data over overheidslagen heen gedeeld moeten worden, onder duidelijke juridische kaders. Het federatief datastelsel dat hiervoor wordt ingericht, is gebaseerd op bindende afspraken en standaarden. Voor juristen is dit een belangrijk aandachtspunt: zij moeten toezien op de juridische toelaatbaarheid van gegevensdeling en de naleving van privacywetgeving zoals de AVG.
De NDS benoemt dat er een overheidsbreed stelsel komt om gegevensknelpunten in kaart te brengen. Juristen spelen hierin een rol bij het signaleren en oplossen van juridische belemmeringen, zoals conflicterende wettelijke bepalingen of onduidelijkheden over verwerkingsverantwoordelijkheid. De strategie voorziet ook in een centrale commissie Gegevensgebruik, die juridische knelpunten structureel agendeert en oplost.
De implementatie van verplichte standaarden, bijvoorbeeld onder de Wet digitale overheid, krijgt prioriteit. Voor juristen betekent dit dat zij wet- en regelgeving niet slechts passief hoeven toe te passen, maar ook actief bijdragen aan de implementatie en interpretatie ervan. De inzet van gegevens moet voldoen aan wettelijke kaders en ethische normen, en het is de taak van juristen om hier toezicht op te houden.