AI-schaamte op de werkvloer – een onzichtbare rem op innovatie

"Niemand stoort zich aan een spellingschecker. Maar een AI-bedankmail? Dat voelt plots als valsspelen."

We bevinden ons midden in een stille revolutie. Niet eentje met tromgeroffel of grootse statements op de werkvloer, maar een die zich voltrekt in de marge – in sluimerstand, op privéapparaten, na werktijd of met een incognitotabblad open. Artificial Intelligence (AI) is alomtegenwoordig, en toch wordt er op de werkvloer opvallend weinig over gesproken.

Dat is geen toeval. AI-gebruik op het werk is omgeven door een zekere schaamte. Werknemers gebruiken ChatGPT, Claude of Copilot massaal, maar zwijgen er liever over. Een recent opiniestuk van managementhoogleraar Frederik Anseel legt de vinger op de zere plek: het probleem is niet technologisch, maar psychologisch.

AI is overal – behalve in gesprekken op kantoor

Volgens recente peilingen gebruikt inmiddels 45% van de werknemers AI-tools op het werk. En ChatGPT is wereldwijd zelfs de vijfde meest bezochte website. Toch zie je zelden prompts, rapporten of uitwerkingen op basis van AI circuleren in werkmails of gedeelde Teams-chats. Geen enthousiaste gesprekken bij de koffieautomaat over een superslimme prompt. Geen presentaties met "gegenereerd met hulp van AI" in de voettekst. Hoe kan het dat een van de krachtigste hulpmiddelen van dit moment zo weinig zichtbaar is?

De verklaring ligt in wat we "AI-schaamte" kunnen noemen – het ongemak, de twijfel en het sociaal risico dat mensen ervaren bij het gebruik van AI. Drie redenen steken daar met kop en schouders bovenuit.

1. Productiviteitswinst als bedreiging

AI-tools kunnen tijdrovende taken in minuten afronden. Een verslag structureren, juridische achtergrondinformatie opvragen, klantcommunicatie voorbereiden: het gaat allemaal sneller met een taalmodel. Maar die efficiëntie levert een ongemakkelijke vraag op: wat doe je met die tijdwinst?

Voorlopig is de tijdswinst van de individuele medewerker. Maar de vrees leeft dat zodra werkgevers merken hoeveel tijd wordt ‘bespaard’, dit leidt tot meer werkdruk – of erger nog: tot functiereductie. In sectoren als consultancy, marketing en zelfs juridische dienstverlening zijn al eerste signalen zichtbaar van banen die verdwijnen of verschuiven. Medewerkers houden hun AI-gebruik daarom stil: ze willen niet dat hun efficiëntie tegen hen gebruikt wordt.

2. Angst voor de AI-politiestaat

Bedrijven hameren vaak op het belang van gegevensbescherming, vertrouwelijkheid en veilige tools. Begrijpelijk – zeker in juridische contexten. Maar die waarschuwingen hebben een neveneffect: ze leiden tot verwarring, voorzichtigheid en vooral: zwijgzaamheid.

Wat mag wel, wat niet? Mag ik klantdata gebruiken in GPT? Is die AI-tool intern goedgekeurd? Uit onzekerheid gebruiken medewerkers dan maar hun privé-account thuis, of knutselen ze zelf iets met de gratis versie van ChatGPT. Dit 'Bring Your Own AI' lijkt sterk op de situatie van vijftien jaar geleden, toen bedrijven worstelden met het toestaan van privé-smartphones op het werk. AI-sluikgebruik vraagt nu om een vergelijkbare beleidsontwikkeling – weg van verbod en richting verantwoorde integratie.

3. AI-gebruik voelt als valsspelen

De derde reden is het meest menselijk van allemaal: reputatierisico. We willen als competent, authentiek en integer worden gezien. Een AI-tool gebruiken om een juridische memo op te stellen, of een mail voor te bereiden, voelt voor veel mensen als smokkelen. Alsof je iets claimt dat je niet zelf hebt gedaan.

Onderzoek bevestigt deze intuïtie. Transparantie – het openlijk benoemen van AI-gebruik – leidt paradoxaal genoeg tot minder vertrouwen. Een collega die zegt: “Dit verslag heb ik met AI gemaakt” wordt minder betrouwbaar geacht dan iemand die het stilhoudt. Zelfs als het resultaat identiek is.

We accepteren dus AI als hulpmiddel, zolang het onzichtbaar blijft.

Het echte probleem: geen technologie, maar vertrouwen

Deze ‘AI-schaamte’ is een fundamenteel obstakel voor innovatie. Niet omdat de tools niet goed genoeg zijn – integendeel, ze worden steeds beter – maar omdat de sociale, psychologische en institutionele omgeving het gebruik onderdrukt.

Werkgevers die hopen op productiviteitsgroei door AI moeten eerst investeren in vertrouwen. Werknemers moeten zeker weten dat:

  • hun tijdswinst niet leidt tot ontslag of werkverzwaring,

  • hun initiatief om met AI te experimenteren niet bestraft wordt,

  • ze niet sociaal worden afgerekend op hun keuze voor slimme ondersteuning.

Dat vraagt om heldere kaders, gedeelde succesverhalen, én leiders die zelf het goede voorbeeld geven.

Wat kunnen juridische organisaties doen?

Voor juristen – een beroepsgroep die traditioneel voorzichtig is met nieuwe technologie – is AI-schaamte extra relevant. In veel kantoren wordt AI inmiddels gebruikt voor:

  • conceptteksten (processtukken, memo’s),

  • literatuuronderzoek en jurisprudentievergelijking,

  • het voorbereiden van klantgesprekken of presentaties.

Maar zelden wordt dit open gedeeld. Dat is zonde, want juist in de juridische praktijk is transparantie cruciaal. Als we willen dat AI verantwoord wordt ingezet, moeten we het uit de schaduw halen.

Concreet:

  • Ontwikkel een AI-beleid dat niet alleen verbiedt, maar ook faciliteert.

  • Stimuleer open gesprekken over AI-gebruik – in intervisies, teamsessies of kennislunches.

  • Laat leidinggevenden zelf hun gebruik van AI benoemen – en er geen geheim van maken.

  • Erken AI-gebruik als onderdeel van professioneel handelen, net zoals je spellingscontrole of sjablonen gebruikt.

De paradox van vooruitgang

AI kan ons werk verrijken, vereenvoudigen en verbeteren. Maar dan moeten we af van de gedachte dat het gebruik ervan iets is om je voor te schamen. Zoals Frederik Anseel stelt: "AI-adoptie is eerder een psychologisch dan een technologisch probleem." De tools zijn er. Het échte werk is nu aan ons – aan juristen, organisaties en leidinggevenden – om er zonder gêne mee te leren werken.

Call to action

Bij The Innovative Lawyer helpen we juridische organisaties bij het verantwoord én zichtbaar inzetten van AI. Van beleid tot training, van ethische kaders tot praktische begeleiding. Want wie AI serieus neemt, neemt ook de mens achter het gebruik serieus.

👉 Wil je weten hoe jij het AI-sluikgebruik in jouw organisatie omzet in gedeelde innovatie?
Neem contact met ons op – en laten we het gesprek wél voeren.

Volgende
Volgende

Nederlandse Digitaliseringsstrategie naar de Tweede Kamer gestuurd