Onderzoek naar de AI-beelden van de PVV

Kunstmatige intelligentie maakt het mogelijk om met enkele woorden levensechte beelden te creëren. Die technologie wordt in politieke campagnes steeds vaker ingezet — ook in Nederland. Uit onderzoek van De Groene Amsterdammer in samenwerking met de Data School van de Universiteit Utrecht blijkt dat vooral de PVV op grote schaal gebruikmaakt van AI-beelden in online campagnemateriaal.

Onderzoeksmethode en bevindingen

Journalist Eva Hofman en onderzoeker Joris Veerbeek analyseerden 174 publiek zichtbare prompts en 333 beelden die via AI-generatoren, waaronder Sora van OpenAI, werden gemaakt. Deze prompts, opdrachten waarmee een beeld wordt gegenereerd, geven een inkijk in de gewenste visuele boodschap van de partij. Het beeldmateriaal toont vaak jonge, blonde vrouwen of “typisch Nederlandse gezinnen”, tegenover groepen mannen die als “lichtgetint” worden beschreven. De beelden zijn fotorealistisch en worden door veel gebruikers als echt beschouwd.

De onderzoekers ontdekten dat de beelden grotendeels afkomstig waren van het Sora-account ‘wolftour’, dat volgens hun onderzoek te herleiden is tot PVV-Kamerlid Maikel Boon. Beelden die via dit account werden gegenereerd, verschenen kort daarna op PVV-fanpagina’s zoals ‘Wij doen GEEN aangifte tegen Geert Wilders’ en ‘Nederland is ons’. Volgens De Groene worden deze pagina’s beheerd of beïnvloed door twee PVV-parlementariërs.

Van AI-beeld naar emotie

De onderzochte beelden volgen een terugkerend patroon. Ze verbeelden gevoelens van onveiligheid, dreiging en nostalgie naar een ‘echt Nederlands’ verleden. Onder de beelden verschijnen teksten als “Een leuk dagje strand zit er niet meer in. Voornamelijk allochtone jongens vallen mij en mijn vriendinnen steeds lastig. Daarom stem ik pvv.” Zulke boodschappen wekken emoties op, en dat is volgens oud-AIVD’er Jelle Postma precies de bedoeling. Hij noemt dit “de klassieke strategie van populistisch rechts: angst genereren als verdienmodel”.

Online verspreiding en impact

De verspreiding van dit beeldmateriaal blijkt omvangrijk. Onderzoekers Fabio Votta (Universiteit van Amsterdam) en Simon Kruschinski (Universität Mainz) volgden via hun Campaign Tracker meer dan 4000 accounts op sociale media. Zij constateerden dat PVV-fanpagina’s veruit de meeste AI-beelden delen, met soms meer dan een miljoen weergaven per dag. Veel van deze beelden worden gedeeld zonder expliciete vermelding dat ze door AI zijn gemaakt, waardoor gebruikers moeilijk kunnen onderscheiden wat echt of nep is.

De onderzoekers signaleren dat het algoritme van sociale mediaplatforms beelden met een sterke emotionele lading beloont met hogere zichtbaarheid. Omdat fanpagina’s niet onder de categorie ‘politieke advertenties’ vallen, worden ze door de recente beperkingen van Meta op politieke advertenties niet geraakt. Dit schept volgens Votta een ongelijk speelveld: partijen die zich aan transparantieregels houden, kunnen minder zichtbaar worden, terwijl emotioneel geladen nepfoto’s juist beter scoren.

Een bredere context

Het gebruik van AI in politieke beeldvorming roept fundamentele vragen op over authenticiteit, transparantie en de invloed op de democratische meningsvorming. Hoewel het niet verboden is om AI-gegenereerde beelden te gebruiken, ligt het risico in de manipulatieve werking ervan. Door visuele associaties van dreiging en slachtofferschap te combineren, kan een beeld een sterk affectieve reactie oproepen die het politieke debat verhardt.

Onderzoekers wijzen erop dat deze strategie niet uniek is voor Nederland. In meerdere Europese landen gebruiken populistische partijen AI om bestaande narratieven over identiteit, migratie en veiligheid te versterken. De Nederlandse casus laat zien hoe deze technologie in een nationale context kan worden ingezet om politieke emoties te mobiliseren.

Slot

Het onderzoek van De Groene Amsterdammer en de Universiteit Utrecht illustreert dat AI inmiddels een volwaardig instrument in politieke communicatie is geworden. De grens tussen propaganda, satire en informatie vervaagt wanneer fotorealistische beelden worden ingezet zonder bronvermelding of context. Voor juristen en beleidsmakers ligt hier een urgente uitdaging: hoe beschermen we de integriteit van het publieke debat in een tijdperk waarin de werkelijkheid eenvoudig te simuleren is?

Vorige
Vorige

Project VoorRecht: de stille revolutie van de rechtspraak

Volgende
Volgende

Dagelijks AI-gebruik door Nederlanders in 5 maanden bijna verdubbeld