Toezicht op de AI-verordening in Nederland

In november 2024 heeft de AP samen met de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur (RDI) het eindadvies ‘Toezicht op AI’ gepresenteerd. Dit is het derde en laatste van een reeks adviezen die gaan over hoe effectief toezicht gehouden kan worden op het gebruik van AI. Met de afronding van dit adviseringstraject is een snelle uitwerking van de Nederlandse toezichtstructuur door het kabinet geboden. Het is aan de wetgever om in uitvoeringswetgeving vast te leggen welke toezichthouders welke taken gaan uitvoeren.

Het eindadvies beschrijft hoe een geïntegreerde aanpak helpt effectief toezicht te houden op het gebruik van AI in Nederland. De RDI en de AP adviseren om het toezicht op AI in de verschillende sectoren en domeinen zoveel mogelijk te laten aansluiten bij het reguliere toezicht. Hiervoor is het wel belangrijk dat toezichthouders goed samenwerken vanuit hun sectorale en domeinspecifieke expertises. Daarom moeten de RDI en de AP coördinerende rollen krijgen. Vanuit hun expertrol kunnen zij andere toezichthouders adviseren en hun samenwerking ondersteunen.

Een belangrijke eerste stap was het aanwijzen van autoriteiten voor de bescherming van grondrechten. Het College voor de Rechten van de Mens, de AP en verschillende instanties binnen de rechtspraak staan sinds november 2024 op een lijst met zogeheten grondrechtenautoriteiten, opgesteld door het kabinet. Deze bestaande autoriteiten richten zich op de naleving en handhaving van Unierecht gericht op de bescherming van grondrechten. Het aanwijzen van de autoriteiten maakt het voor hen mogelijk om in hun huidige taken ondersteuning te krijgen als er in hun toezichtsveld AI-systemen worden gebruikt. Deze lijst is voorlopig; er kunnen dus ook andere grondrechtenautoriteiten worden toegevoegd.

Vorige
Vorige

Gemeenten heroverwegen inzet Microsoft Copilot

Volgende
Volgende

Wat mag een uitgever met AI doen met het werk van eigen auteurs?