Van premier naar tech-adviseur: de opmerkelijke overstap van Rishi Sunak
Voormalig Brits premier Rishi Sunak heeft twee nieuwe adviesfuncties aanvaard bij Microsoft en Anthropic, twee van de invloedrijkste spelers in de mondiale AI-sector. De benoeming wekt belangstelling én bezorgdheid — niet alleen in het Verenigd Koninkrijk, maar ook daarbuiten. De Britse toezichthouder Acoba (Advisory Committee on Business Appointments) waarschuwt voor mogelijke risico’s rond vertrouwelijke informatie waar de techsector belang bij kan hebben.
Een opmerkelijke timing
Sunak trad ruim veertien maanden geleden af als premier. Tijdens zijn ambtstermijn was hij nauw betrokken bij een omvangrijke investeringsdeal: Microsoft beloofde toen voor 2,5 miljard pond (ongeveer 1,2 miljard euro) te investeren in nieuwe datacentra in het Verenigd Koninkrijk.
Dat juist deze onderneming hem nu aanneemt als adviseur, roept vragen op over de grens tussen publieke verantwoordelijkheid en private belangen. Ook zijn adviesrol bij Anthropic – de Amerikaanse AI-ontwikkelaar achter het model Claude – versterkt dat beeld: beide bedrijven spelen een directe rol in de wereldwijde regulering en positionering van kunstmatige intelligentie.
Zorgen over vertrouwelijke kennis
In zijn advies stelt toezichthouder Acoba dat Sunak als voormalig regeringsleider toegang had tot informatie die “strategisch waardevol” kan zijn voor de technologiesector, met name over de manier waarop AI wordt gereguleerd. Hoewel het al meer dan een jaar geleden is dat hij aftrad, acht de toezichthouder het “moeilijk hard te maken dat informatie die hij toen had, nu verouderd is.”
De Britse media, waaronder The Guardian, berichten dat het parlement vragen stelt over mogelijke oneerlijke concurrentievoordelen. Acoba benadrukt echter ook dat Sunak zich inmiddels aan de vereiste wachttijd heeft gehouden en dat zijn adviesaanvraag formeel is goedgekeurd, zij het met kanttekeningen.
Sunaks reactie: afstand tot beleid
Sunak zelf weerspreekt de zorgen. Hij stelt dat hij zich in zijn adviesrol niet zal bezighouden met beleidskwesties of regelgeving, maar zich vooral zal richten op macro-economische en geopolitieke trends. Daarmee wil hij voorkomen dat de indruk ontstaat dat hij invloed zou uitoefenen op beleidsterreinen waarop hij recent nog als premier actief was.
Bovendien verklaarde hij dat de vergoedingen voor zijn werkzaamheden zullen worden gestort in het Richmond Project, een liefdadigheidsfonds dat hij eerder dit jaar oprichtte. Dat fonds richt zich op onderwijs- en opleidingsinitiatieven in zijn voormalige kiesdistrict.
De bredere context: draaideur tussen politiek en bedrijfsleven
De Britse discussie rond Sunaks overstap past in een breder patroon waarin de scheidslijn tussen publieke en private functies onder druk komt te staan.
Eerder stonden ook andere voormalige bewindspersonen onder toezicht van Acoba na overstappen naar commerciële functies. De kernvraag daarbij is telkens dezelfde: wanneer vervaagt de grens tussen publieke kennis en private invloed?
In Nederland zijn vergelijkbare discussies gevoerd. Oud-staatssecretaris Willem Vermeend werd na zijn politieke loopbaan actief als FinTech-ambassadeur, al zat er toen bijna zestien jaar tussen zijn kabinetsfunctie en zijn rol in het bedrijfsleven.
Meer ophef ontstond rond Cora van Nieuwenhuizen, die als demissionair minister van Economische Zaken en Klimaat direct overstapte naar Energie-Nederland, de brancheorganisatie van energiebedrijven. De overstap leidde tot Kamervragen en een hernieuwde oproep voor strengere afkoelperiodes.
Juridisch perspectief: integriteit en belangenverstrengeling
Vanuit juridisch oogpunt raakt deze kwestie aan integriteitsnormen en governance-regels die moeten waarborgen dat oud-bewindspersonen geen oneerlijk voordeel verschaffen aan commerciële partijen.
In het Verenigd Koninkrijk hanteert Acoba richtlijnen die verplichten tot voorafgaand advies voor iedere voormalige minister die binnen twee jaar een commerciële functie wil aannemen.
In Nederland bestaan vergelijkbare kaders: de Gedragscode Integriteit Rijk en het Reglement van Orde voor bewindspersonen schrijven voor dat oud-ministers vooraf melding moeten doen van nieuwe functies die mogelijk belangenverstrengeling oproepen.
Toch blijft de handhaving in beide landen grotendeels moreel en politiek van aard, niet juridisch afdwingbaar. Dat betekent dat de uiteindelijke toetsing vooral afhankelijk is van publieke transparantie en parlementaire controle.
Reflectie: wat zegt dit over de verhouding tussen politiek en technologie?
De overstap van Sunak is illustratief voor een bredere verschuiving: de grens tussen publieke beleidsvorming en private technologische invloed wordt steeds diffuser.
Techbedrijven zoeken voormalige beleidsmakers om hun inzicht in regelgeving en internationale verhoudingen; voormalige politici vinden in de techsector ruimte om hun ervaring in te zetten én hun netwerk te benutten.
Voor juristen, toezichthouders en compliance-professionals is dit een spannend spanningsveld. Het roept vragen op over:
de effectiviteit van bestaande integriteitsregels,
de noodzaak van transparantie-registers voor oud-bewindspersonen,
en de rol van toezichtorganen bij de snel groeiende invloed van AI-bedrijven op beleid.
In de Europese context krijgt dit bovendien extra gewicht, nu regelgeving als de AI Act en de Data Act concrete verplichtingen scheppen voor markttoegang en risicobeoordeling. De aanwezigheid van voormalige politieke leiders in diezelfde markt kan de perceptie van onafhankelijkheid ondermijnen, ook als er formeel geen regels worden overtreden.
Afsluiting
De benoeming van Rishi Sunak als adviseur bij Microsoft en Anthropic markeert opnieuw het dilemma tussen expertise en invloed.
Hoewel hij formeel voldoet aan de Britse integriteitsregels, onderstreept zijn overstap hoe belangrijk transparantie en vertrouwen blijven in de omgang tussen overheid en technologiebedrijven.
Voor de juridische wereld is dit een signaal: waar politieke kennis en commerciële belangen elkaar raken, moet toezicht niet alleen achteraf, maar structureel ingebouwd zijn.