Wanneer prompts bewijs worden: het eerste federale bevel aan OpenAI

De Department of Homeland Security (DHS) – het Amerikaanse ministerie dat verantwoordelijk is voor de bescherming van de nationale veiligheid – houdt zich onder meer bezig met grensbewaking, terrorismebestrijding, cyberveiligheid en de bestrijding van online kindermisbruik. Vanuit die laatste taak heeft de dienst een juridisch precedent gezet: voor het eerst is een federale zoekmachtiging verleend die specifiek is gericht op prompts van een ChatGPT-gebruiker.

De zaak werd op 21 oktober 2025 bekend via Forbes. Het ministerie verkreeg van een federale rechtbank in de staat Maine een bevel dat OpenAI verplichtte om de identiteit van een gebruiker en diens promptgeschiedenis te verstrekken. De aanleiding was een lopend onderzoek naar kind-exploitatie, uitgevoerd door de eenheid Homeland Security Investigations (HSI). Voor zover bekend is dit de eerste keer dat een generatieve-AI-dienstverlener op grond van een gerechtelijk bevel op promptniveau gegevens moest overdragen.

Wat er feitelijk gebeurde

Volgens de berichtgeving ging het om een gericht bevel en niet om een brede of systematische datavordering. De machtiging had betrekking op twee specifieke prompts die de gebruiker via ChatGPT had ingevoerd. De inhoud van die prompts leek op het eerste gezicht onschuldig: hypothetische en humoristische opdrachten zonder verband met strafbare feiten. Toch waren ze relevant voor het onderzoek, omdat de verdachte elders had verklaard ChatGPT te gebruiken.

Op basis van die aanwijzing werd een zogeheten Rule 41-search warrant uitgevaardigd: de Amerikaanse procedure voor digitale huiszoekingen die vergelijkbaar is met een rechterlijk bevel tot doorzoeking van elektronische systemen. OpenAI leverde daarop de gevraagde informatie aan, waaronder account- en loggegevens die aan de prompts konden worden gekoppeld. Uiteindelijk werd de verdachte via andere middelen geïdentificeerd, maar het bevel markeert een nieuw type onderzoekshandeling: wetshandhaving die begint bij inhoud en vervolgens terugwerkt naar identiteit – wat door waarnemers inmiddels een “reverse prompt warrant” wordt genoemd.

Van vrijwillige medewerking naar verplichting

De machtiging in deze zaak is juridisch zwaarder dan de standaardverzoeken die technologiebedrijven regelmatig ontvangen. Tussen juli en december 2024 kreeg OpenAI wereldwijd 71 overheidsverzoeken, betrekking hebbend op 132 accounts – meldingen die passen binnen bestaande wetgeving over rechtmatige toegang. Die verzoeken gaan meestal over veiligheidsincidenten of contentmoderatie.

Het federale bevel van oktober 2025 ging verder. Het was een door de rechtbank geautoriseerd gerechtelijk bevel dat OpenAI verplichtte mee te werken, ongeacht eigen beleid of toestemming van de gebruiker. Daarmee verschuift de relatie tussen opsporingsdiensten en technologiebedrijven van vrijwillige samenwerking naar verplichting.

Vorige
Vorige

ChatGPT Atlas: de AI-browser die het internet opnieuw uitvindt

Volgende
Volgende

CCBE-richtlijn over het gebruik van generatieve AI door advocaten